KOOP OM TERUG TE GEVEN! Een deel van je aankoop gaat naar de ondersteuning van SUBZ Pads. Kansarme schoolmeisjes krijgen herbruikbaar sanitair, zodat ze hun recht op onderwijs niet hoeven op te geven.

Feit of mythe? De productie van collageen is afhankelijk van ontstekingen na de behandeling

Door therapeuten wordt algemeen aangenomen, dat de hoeveelheid collageen, die in de huid wordt geproduceerd na een behandeling (zoals met een dermapen) afhangt van de ernst van de ontsteking veroorzaakt door en als gevolg van de behandeling zelf en dat alles wat je doet om deze ontsteking te minimaliseren, de resultaten teniet zal doen van wat je probeert te bereiken. Maar zijn de twee processen op deze manier echt met elkaar verbonden?

Recente vooruitgang in genetische onderzoeken heeft nieuw licht geworpen op de rol van ontstekingen bij wondgenezing. De traditionele opvatting, dat een ontsteking een sleutelrol speelt bij wondgenezing, wordt in twijfel getrokken door nieuwe bevindingen, die we in dit artikel onderzoeken.

Van oudsher wordt aangenomen, dat wondgenezing drie basisfasen doorloopt: inflammatie, re-epithalisatie en rijping/maturatie.

Inflammatie

De medische gemeenschap is het er bijna unaniem over eens, dat de eerste fase van genezing inflammatie is, de natuurlijke reactie van het lichaam op trauma. Nadat de wond is toegebracht, begint de homeostase - de bloedvaten vernauwen zich en sluiten zichzelf af terwijl bloedplaatjes stoffen maken, die een stolsel vormen om het bloeden te stoppen. Zodra het bloeden stopt, verwijden de bloedvaten zich weer, waardoor voedingsstoffen, witte bloedcellen, antilichamen, enzymen en andere nuttige elementen in het getroffen gebied terechtkomen om een goede wondgenezing te bevorderen en infectie te voorkomen. Dit gebeurt wanneer iemand de effecten van een ontsteking begint te voelen: zwelling, pijn, warmte en roodheid.

Re-epithalisatie

In de tweede fase van wondgenezing, re-epithalisatie, wordt het geblesseerde gebied opnieuw opgebouwd met nieuw, gezond granulatieweefsel. Om het granulatieweefsel te vormen, moeten de bloedvaten voldoende voedingsstoffen en zuurstof krijgen. Dit nieuwe weefsel is samengesteld uit een mengsel van een extracellulaire voedingsbodem en collageen - een taaie vezel in het lichaam, die de huid kracht en flexibiliteit geeft - wat de ontwikkeling van een nieuw netwerk van bloedvaten mogelijk maakt om de beschadigde te vervangen (een proces dat we angiogenese noemen). De kleur van het granulatieweefsel is een indicator voor de gezondheid van de wond. Zo betekent een roodachtige of roze kleur over het algemeen dat het gezond is, terwijl een donkerder weefsel vaak een indicatie is voor infectie of onvoldoende bloedtoevoer naar het wondbed.

Naast het ontwikkelen van granulatieweefsels, transformeert het lichaam beschadigde mesenchymcellen in fibroblasten, die dienen als bruggen, die cellen helpen zich door het getroffen gebied te verplaatsen. Als de wond gezond is, verschijnen deze fibroblasten binnen drie dagen na het ontstaan van de wond en scheiden ze vloeistoffen en collageen af. Deze afscheiding helpt de wondplaats te versterken. Tijdens re-epithalisatie blijft de wond sterker worden naarmate de fibroblasten voortdurend reorganiseren en helpen bij de ontwikkeling van nieuw weefsel. En ze versnellen het genezingsproces.

Rijping/maturatie

Rijping, ook wel remodelleren of maturatie genoemd, is het laatste stadium van het wondgenezingsproces. Het treedt op nadat de wond is gesloten en kan tot twee jaar in beslag nemen. Tijdens deze fase worden de huidweefsels gereviseerd om hun treksterkte te verbeteren en worden niet-functionele fibroblasten vervangen door functionele. De cellulaire activiteit neemt mettertijd af en het aantal bloedvaten in het getroffen gebied begint terug te lopen en af te nemen.

Zelfs na rijping blijven deze gebieden tot 20 procent zwakker dan ze aanvankelijk waren.

Wat is een litteken? Eenvoudig gezegd is een litteken een merkteken, dat achterblijft wanneer huidletsel is genezen. Het collageen, dat het lichaam in dit proces aanmaakt, verbindt in wezen de weefsels, die door de verwonding zijn afgebroken, opnieuw. Als de wond diep genoeg was om de middelste dermis te bereiken, is het litteken zichtbaar, lichtroze, bruin of zilver, afhankelijk van het huidtype. Collageenafscheiding en rijping kunnen ook het gevolg zijn van een oppervlakkiger letsel, maar in dit geval is het van buitenaf niet zichtbaar.

De bedrieglijke aard van ontstekingen

De bedrieglijke aard van een ontsteking bij wondgenezing wordt al lang erkend. Hoewel de meeste wonden zonder problemen genezen, zijn er enkele gevallen, waarin het natuurlijke genezingsproces van het lichaam wordt ontregeld en wonden niet tijdig door de typische geordende volgorde van herstel heen komen. Verstoring van een of meer van de genezingsstadia kan leiden tot een langdurige en onvolledige reparatie, met gebrek aan herstel van de integriteit van de huid.

Niet-helende wonden vormen een groot probleem voor gezondheidszorgsystemen over de hele wereld. Deze wonden kunnen aanzienlijke pijn, lijden en verlies van onafhankelijkheid veroorzaken en vaak de kwaliteit van leven van een persoon verstoren. Er bestaan verschillende chronische wonden; sommige gaan gepaard met complicaties als gevolg van diabetes en problemen met de bloedsomloop (veneuze en diabetische ulcera), terwijl andere het gevolg kunnen zijn van immobiliteit, traumatisch letsel, zoals diepe brandwonden of niet-genezende chirurgische incisies.

Vaak is de vertraging in weefselherstel het gevolg van een verstoring van de hierboven genoemde ontstekingsfase van herstel. Verschillende factoren kunnen bijdragen aan slechte genezing, zoals wondinfectie, vreemde voorwerpen zoals hechtingen of de aanwezigheid van puin en dood weefsel. Niet-genezende wonden hebben enkele duidelijke kenmerken. Ze hebben vaak een hoge bacteriële belasting in combinatie met groeifactor, plus inflammatoire mediator en proteolytische enzym-onevenwichtigheden, die weefselafbraak bevorderen in plaats van herstel.

Infectie in de wond of de aanwezigheid van vreemde lichamen kan ook leiden tot de vorming van een keloïd in het littekenweefsel. Een keloïd is er per definitie, wanneer er meer littekenweefsel ontstaat dan nodig is om de wond te genezen. Een keloïd strekt zich ook uit buiten de littekens en is meestal pijnlijk of jeukend. Helaas zijn sommige mensen en bepaalde huidtypes vatbaarder voor keloïden dan andere. Extra zorg moet worden besteed aan het schoon en vrij van infectie houden van een wond als een cliënt een geschiedenis van keloïden heeft.

Witte bloedcellen (neutrofielen) en macrofagen komen veel voor in geïnfecteerde of niet-genezende wonden en scheiden veel van de bioactieve stoffen af, die in hoge concentraties weefselbeschadiging verergeren. Overmatige afscheiding van proteasen - in staat om in wezen alle extracellulaire componenten en basale membraaneiwitten af te breken - kan tot aanzienlijke weefselbeschadiging leiden.

Overtollige protease-uitscheiding kan ongecontroleerde weefselafbraak veroorzaken, zelfs in nieuw granulatieweefsel en de groeifactoren beïnvloeden - de collageenafzetting vertragen en het herstelproces belemmeren. Deze enzymen en andere enzymen in de wond, activeren extra enzymen, geven groeifactoren af van het celoppervlak, splitsen celadhesiemoleculen van het plasmamembraan en zetten wondcytokines om - wat bijdraagt aan het niet-genezende fenotype.

De voortdurende productie van pro-inflammatoire boodschappers trekt verder extra ontstekingscellen aan en activeert deze, waardoor de niet-genezende toestand blijft voortduren.

Dood weefsel zelf schaadt ook de genezing, omdat het een rijke groeiomgeving biedt voor bacteriën, waardoor de kans op infectie toeneemt en dus de ontsteking in de wond toeneemt. Endotoxinen uit het dode weefsel remmen ook de migratie van fibroblasten en keratinocyten naar de wond. Dus voor niet-genezende wonden kunnen het verhoogde aantal immuun cellen, hun uitgescheiden bioactieve stoffen en ontstekingen het herstel remmen - wat de genezingstijd aanzienlijk verlengt.

Uit dit proces is het duidelijk, dat een ontsteking een bijwerking is van het genezingsproces. Het heeft negatieve symptomen en kent tekenen, die verband houden met de ontsteking (pijn, roodheid, hitte en zwelling). Overmatige ontsteking remt het genezingsproces op verschillende niveaus. Chronische niet-genezende wonden vertonen allemaal overmatige ontsteking, infectie met de vorming van bio-film en een overvloed aan necrotisch materiaal. Verschillende hoeveelheden granulatieweefsel zijn te zien in een niet-genezende wond, niet gerelateerd aan de hoeveelheid aanwezige ontsteking.

Een verhoogde ontsteking leidt daarom niet tot een betere genezing.

Recent onderzoek bevestigde de aanwezigheid van de genen, die verantwoordelijk zijn voor ontstekingen. Een belangrijke bevinding in dit onderzoek is, dat dit dezelfde groep genen (NF-kB) is, die ook verantwoordelijk is voor veroudering en ziekte. De ontstekings-, ziektevormende en verouderende NF-kB-genen verschillen van de genen, die met letsel worden geactiveerd en verantwoordelijk zijn voor genezing.

Bij een blessure wordt verondersteld, dat het lichaam niet alleen de helende genen activeert, maar ook de NF-kB-genen op dezelfde manier als het reageert op ziekte. Deze tweeledige aanpak is daarom gericht op het genezen van de wond en het in gang zetten van de immuunrespons om de HOCl-genererende granulocyten naar de plaats van verwonding te dirigeren om genezing te reguleren en ontstekingen onder controle te houden.

Bedenk dat het niet de ontsteking is, die verantwoordelijk is voor de volgende stappen in het genezingsproces, maar dat genezing kan plaatsvinden zonder dat er een ontsteking aanwezig is. Het spreekt voor zich dat deze ontstekingsvrije genezing nog steeds leidt tot de vorming van zichtbaar of onzichtbaar intradermaal littekenweefsel.

HOCl remt ontstekingen en versnelt de genezing

In een in-vitro model werden de genezende genen geactiveerd zonder de bijbehorende NF-kB-activering. De NF-kB-activering werd geremd door de toevoeging van HOCl aan het experimentele model. Het resultaat was dat genezing op dezelfde ordelijke manier plaats vond (alleen sneller) en zonder ontsteking. Het werd beschreven als regeneratieve genezing, wat in contrast staat met herstellende genezing, die optreedt wanneer er een ontsteking aanwezig is.

Dit alles is te danken aan het feit, dat afzonderlijke genen tijdens de genezingsreactie worden gestimuleerd door het Hypochlorous Acid  (HOCl) van de witte bloedcellen. Deze respons is nog sterker wanneer HOCl ook op de wond wordt aangebracht.

Tot slot

Regeneratieve genezing gaat sneller dan herstellende genezing en zonder de veelbetekenende tekenen van ontsteking. De vorming van littekenweefsel als gevolg van collageensecretie werd niet beïnvloed door de afwezigheid van ontsteking in het bovenstaande model, maar verscheen op een meer geordende manier en sneller dan bij de aanwezigheid van een ontsteking.

Het is bekend dat het normale genezingsproces dat gepaard gaat met ontstekingen tot 2 jaar kan duren. Dit is in het bijzonder het geval, wanneer behandelingen voor huidmanipulatie worden gedaan voor esthetische doeleinden. De aanwezigheid van een ontsteking gedurende een langere periode geeft een vals gevoel van een "positief resultaat", aangezien de langdurige zwelling, die aanwezig is, fijne lijntjes en rimpels maskeert.

Als de zwelling na verloop van tijd verdwijnt, zullen de lijntjes en rimpels terugkeren. Behandeling met HOCl als nazorgproduct zal daarom niet alleen het genezingsproces versnellen, maar ook sneller een echt (zwellingsvrij) resultaat opleveren.

In aanwezigheid van HOCl wordt de genezing versneld, terwijl dezelfde hoeveelheid littekenweefsel wordt gevormd. Het gewenste resultaat (een stimulatie van collageen) wordt nog steeds behaald, alleen sneller. De hoeveelheid littekenweefsel is daarom afhankelijk van de ernst van het letsel en niet van de intensiteit (of aanwezigheid) van inflammatie.

Referenties

  1. MD Cardonaire; cDNA Microarray Study: Genes Expression Profile Analysis in a Model of In Vitro Wound Healing Research & Innovation, Padova, Italy. Jan 2009.
  2. Rajan, V et al: The duplicitous nature of inflammation in wound repair. Wound Practice and Research. Vol. 16, No. 3, August 2008.
  3. Barrick B, Campbell EJ & Owen CA. Leukocyte proteinases in wound healing: roles in physiologic and pathologic processes. Wound Repair Regen. 1999; 7(6): 410-22.
  4. Gill SE & Parks WC. Metalloproteinases and their inhibitors: regulators of wound healing. Int J Biochem Cell Biol 2008; 40(6-7): 1334-47.
  5. Research article: Leung H. et al. Topical hypochlorite ameliorates NF-kB mediated skin disease in mice. Department of Developmental Biology, Dept. of Dermatology and Radiation Oncology. Stanford University School of Medicine. Journal of Clinical Investigation. Vol. 123, No.12 Dec 2013.
error: Content is protected !!